De Piccolo was de bijnaam van Hendrik Jan Kosterbok. Bijna zijn hele leven, ruim zestig jaar, speelde hij bij Wilhelmina, zowel dwarsfluit als piccolo. Het laatstgenoemde instrument bezorgde hem zijn bijnaam ‘de Piccolo’.
Dat hij een uitstekend muzikant was bleek uit zijn deelname aan solistenconcoursen waaraan hij geregeld deelnam, hij haalde altijd negens en tienen. In het orkest van Wilhelmina zat hij altijd op zijn vaste plaats in het orkest, vóóraan, een andere plaats wilde hij niet.Toen de Piccolo en zijn vrouw op leeftijd kwamen moest er wel eens een bezoek worden gebracht aan het ziekenhuis. Zo ook toen mevrouw Kosterbok in het ziekenhuis lag. Ze hadden zelf geen auto, dus waren ze aangewezen op hulp van buitenaf. Hij kreeg deze keer een aanbod van de buren om mee te rijden in hun auto naar het ziekenhuis. De buren hadden een familielid in het ziekenhuis liggen. Op de afgesproken tijd reden ze richting het ziekenhuis. De Piccolo vroeg zich af hoe lang het nog duurde, waarop de buurman zei : “We zijn al bijna bij de brug!” De Piccolo zei verbaasd: “Bij de brug? Welke brug?” De buurman: “Bij Almelo natuurlijk!“ Waarop de Piccolo antwoordde: “Beste man, ik moet niet naar Almelo, maar naar Deventer!”